Suezcrisis 1956

In de Egyptische havenstad Port Said aan de monding van het Suezkanaal staat een merkwaardig gedenkteken. Een leeg voetstuk met daarop de naam van Ferdinand de Lesseps. Tot kerstavond 1956 prijkte een fiere beeltenis van de geestelijk bedenker van het Suezkanaal op de sokkel, maar toen klonk een explosie en tuimelde het beeld van de bedenker in ‘zijn’ kanaal onder luid gejuich van samengedromde Egyptenaren.

Het was de perfecte illustratie van het einde van de Europese heerschappij over het Midden-Oosten. Eerder dat jaar hadden de Britten en de Fransen samengespannen met de Israëliërs in een poging het door de Egyptische president Nasser genationaliseerde Suezkanaal te veroveren en meteen ook maar ‘de Mussolini van het Midden-Oosten’ uit het zadel te wippen. Ze werden teruggefloten door de Amerikaanse president Eisenhower. De Suezcrisis kostte Engeland en Frankrijk hun gekoesterde status als grootmacht.

Lees alles over Europa’s vernedering in de Suezcrisis in Historisch Nieuwsblad en ontdek ook het historische fundament voor de huidige onmin over het AUKUS-bondgenootschap. Vanaf 1956 hebben de Britten nooit meer iets ondernomen zonder steun of op z’n minst goedkeuring van de Amerikanen. De Fransen concludeerden dat ze politiek en militair onafhankelijk moesten zijn én richtten zich op Europese samenwerking. Het zijn reflexen die je ook nu nog kan waarnemen.

Vergeten grootmachten

Gustaaf II Adolf in de Slag bij Breitenfeld door Johann Jakob Walter (Musée Historique de Strasbourg)

Het vreedzame Zweden is niet het eerste land waar mensen aan denken bij het woord ‘grootmacht’. Toch was het in de 17e eeuw een geduchte speler op het Europese toneel en beleefde het een Gouden Eeuw. In het decembernummer van Geschiedenis Magazine dat nu in de winkel ligt, vertel ik meer over die glorieuze Stormaktstiden, de Tijd van de Grote Macht, die begon bij de troonsbestijging van Gustaaf II Adolf in 1611 en eindigde met de dood van diens achterneef Karel XII op het slagveld in 1718.

Het artikel over Zweden is de laatste in een reeks Vergeten Gouden Eeuwen, waarin eerder ook het Pools-Litouwse Gemenebest (1569-1795), het Koninkrijk Hongarije (1458-1490) en – in een artikel van de hand van Ruud Stevens – het Koninkrijk Portugal (1415-1580) aan de orde zijn gekomen.