
‘Je begrijpt toch, George, dat Oekraïne niet eens een staat is?’ Dat zei de Russische president Vladimir Poetin in april 2008 tegen zijn toenmalige Amerikaanse ambtsgenoot George Bush in de wandelgangen van een NAVO-top in Boekarest waar hij te gast was. Afgelopen zomer zette de Russische amateurhistoricus in een lang essay nog eens uiteen hoe het volgens hem dan wel zit: Russen en Oekraïners vormen één volk.
Er zijn grote kanttekeningen te maken bij Poetins visie op de geschiedenis van Oekraïne. Feit is wel dat het al eeuwen een ‘grensland’ vormt tussen grotere rijken en dat er talloze oorlogen zijn uitgevochten. Als gevolg daarvan lopen er verschillende scheidslijnen door het land, zoals bijvoorbeeld bovenstaande etnografische kaart uit 1945 laat zien. Maar ondanks alles is Oekraïne sinds 1991 een internationaal erkende onafhankelijke staat.
En Bush? Die verwelkomde in 2008 met de andere NAVO-lidstaten de lidmaatschapsaspiraties van Oekraïne en Georgië. Beide landen kregen vervolgens het Russische leger op bezoek. En nu is de spanning op de grens tussen Oekraïne en Rusland weer om te snijden. Ik was opnieuw te gast bij VPRO’s OVT om te vertellen over de ingewikkelde geschiedenis van ‘het ultieme bufferland’:
Wie nog meer wil weten over Poetins drijfveren kan terecht in De rafelranden van Europa. En wie meer wil weten over zijn werk als amateurhistoricus moet nog even wachten tot later dit jaar De macht van het verleden – Geschiedenis als politiek wapen verschijnt.