Het was op zijn zachtst gezegd een opmerkelijke toespraak waarin Vladimir Poetin op 21 februari 2022 zijn besluit om de zelfverklaarde Volksrepublieken Donetsk en Loehansk in het oosten van Oekraïne te erkennen uit de doeken deed. Miljoenen Russen kregen op primetime op de staatstelevisie een presidentiële geschiedenisles van een uur voorgeschoteld. En wat voor een!
Met nauwelijks verhulde boosheid ontkende Poetin op historische gronden het bestaansrecht van Oekraïne. Het was een uiterst selectief verhaal, waaruit veel was weggelaten. En voor een internationaal publiek was het ook een warrig verhaal, dat de vraag opriep of Poetin alles nog wel op een rijtje had.
Maar het tegendeel is waar. Poetins toespraak paste naadloos in het beeld van de Russische geschiedenis dat het Kremlin de afgelopen jaren heeft neergezet (en angstvallig bewaakt). Russische schoolboeken, musea en media schilderen het machtige Rusland af als een belegerde vesting, die zich in de afgelopen duizend jaar met hand en tand én met succes heeft verzet tegen pogingen om haar in te nemen. Het is een beeld dat trots en patriottisme moet aanwakkeren. En het is een beeld dat Poetins keuzes rechtvaardigt én bepaalt.
Bij Goedemorgen Nederland ging ik daar kort op in en bij VPRO OVT wat langer:
En ondertussen werk ik stug door aan de voltooiing van De macht van het verleden, dat niet alleen zal vertellen hoe Poetin de geschiedenis gebruikt als politiek wapen, maar ook laat zien dat hij helaas niet de enige is die heeft ingezien hoe machtig dat wapen kan zijn.