Sinds een jaar is Jair Bolsonaro, een uitgesproken rechtse oud-officier, president van Brazilië. Hij steekt de nostalgische gevoelens die hij koestert voor de tijd dat zijn land werd geregeerd door een militaire junta niet onder stoelen of banken.
Bolsonaro gaat voorbij aan het feit dat de junta Brazilië tussen 1964 en 1985 in een ijzeren greep hield. Honderden critici van het regime werden gedood of verdwenen spoorloos. Duizenden Brazilianen werden opgesloten en gemarteld. Sterker nog: de president noemt een van de meest beruchte beulen een held.
Voor Historisch Nieuwsblad schreef ik een artikel over een periode waarmee Brazilië nooit in het reine is gekomen. Slechts een derde van de Brazilianen koestert warme gevoelens voor de democratie. Daar speelt Bolsonaro handig op in. Zijn belofte om als sterke man een einde te maken aan woekerende corruptie en ongebreidelde criminaliteit leverde hem het presidentschap op.